Cafeïne heeft niet alleen invloed op je energie, het beïnvloedt ook de energiecentrales in je cellen. Via het eiwit p27 in die energiecentrales lijkt cafeïne de bewegelijkheid van cellen te stimuleren. Daardoor kunnen die cellen bijvoorbeeld sneller naar een wondje toe migreren.
Wie zich schuldig voelt over het zoveelste kopje koffie, kan altijd verwijzen naar de wetenschappelijke studies over de heilzame werking van het zwarte goud. Van koffie zou je langer gaan leven, koffie is goed voor het hart; de beweringen liegen er niet om.
De kwaliteit van dergelijke grote statistische onderzoeken laat alleen helaas vaak te wensen over. Zo leven koffiedrinkers niet per se langer vanwege die koffie. Het lijkt gewoon toevallig een gezond type mensen dat de kopjes niet kan laten staan.
Onderzoekers uit Duitsland besloten het daarom anders aan te pakken. Ze richtten zich niet op grote statistiek, maar juist op de microscopisch kleine biologie. Het mechanisme achter de veelbelovende invloed van het bakkie pleur dus. Daarvoor doken ze de cel in, om uit te komen bij het eiwit p27.
Bewegende cellen
P27 komt onder andere voor in mitochondriën, de energiecentrales van de cel. De daar opgewekte energie heeft de cel bijvoorbeeld nodig om naar beschadigd weefsel toe te bewegen, om zo gaten op te vullen. Dat is handig bij kapotte bloedvaten. De reislustigheid van cellen is daardoor belangrijk voor het goed functioneren van het hart en de bloedvaten.
Als de onderzoekers het mitochondriale p27 blokkeerden, lukte het bewegen van cellen echter niet meer. Het is dus cruciaal dat je energiecentrales genoeg p27 op voorraad hebben. Toen ze vervolgens een beetje cafeïne toevoegden aan gewone cellen, zagen de onderzoekers dat de hoeveelheid p27 in de cellen toenam. Goed nieuws dus.
In speciale cellen waar p27 bij de start van het experiment alleen buiten de mitochondriën aanwezig was, zorgde cafeïne er bovendien voor dat de cel beter kon bewegen. Aangezien voor die beweging p27 wel in de mitochondriën nodig is, vermoeden de onderzoekers dat cafeïne ervoor zorgt dat p27 zich alsnog naar mitochondriën verplaatst.
Allemaal aan de koffie?
Cafeïne lijkt dus een gunstige werking te hebben op de energiecentrales van onze cellen, wat weer goed is voor het functioneren van het hart en de bloedvaten. De hoeveelheid gebruikte cafeïne in het experiment staat volgens de onderzoekers gelijk aan vier kopjes koffie per dag. Moeten we dus nu allemaal aan de koffie?
Nee, zo simpel ligt dat niet. 'Dit één op één vertalen naar een aantal kopjes koffie per dag is gevaarlijk.
Koffie is natuurlijk meer dan alleen cafeïne. Er zitten ook andere bestanddelen in koffie, die gunstige of ongunstige effecten kunnen hebben op het risico voor hart- en vaatziekten', aldus Patrick Schrauwen, hoogleraar aan de School of Nutrition and Translational Research in Metabolism in Maastricht. Ook voeding- en gezondheidswetenschapper Margreet Olthof (VU, Amsterdam) benadrukt dat het lastig is om een onderzoek naar cafeïne bij cellen te vertalen naar de consumptie van koffie door mensen.
We moeten niet te hard van stapel lopen dus. Toch beschrijft de recente studie wel een zinvolle bevinding die mooi aansluit op eerder onderzoek. 'Steeds vaker laat onderzoek zien dat koffie verband houdt met een lager risico op hartziekten, beroerte en diabetes. Deze studie laat mogelijk het mechanisme hierachter zien', aldus oud-hoogleraar volksgezondheidsonderzoek Daan Kromhout.